Kleinere groentetuin

"Wat doen jullie nou de hele dag?" is een vraag die we gelukkig niet zo vaak meer krijgen. Het mag wel duidelijk zijn dat we met een rijtje vakantiehuizen en bijbehorende tuinen, en al het onderhoudswerk dat erbij komt kijken, ons niet hoeven te vervelen. 
Het werk in en om ons eigen huis staat weliswaar niet bovenaan ons takenlijstje, maar het moet natuurlijk wel een keer gebeuren.
Dus was ik gisteren in de groentetuin aan het werk. Nu de grond nog nat is moesten de bonenstaken in de grond worden gestoken; als de grond weer opdroogt gaat dat echt niet meer. Terwijl ik de grond stond los te woelen en het onkruid eruit trok, bedacht ik me dat mijn Portugese groentetuin tot nu toe geen succes is. Ik was verwend, want in Nederland had ik een volkstuin op dikke vette niet te bewerken maar o zo voedzame kleigrond. Zonder al te veel moeite oogstte ik tassen vol groente, waarvan ik een deel weggaf want we kregen het met z'n tweeën niet weggewerkt. 

Hier is me dat nog niet gelukt. De grond is veel slechter, weinig voedzaam en het houdt niet goed vocht vast. Met hangen en wurgen lukt het me er iets aan groente te kweken, maar de meeste plantjes zijn intensive care patiënten, en daar heb ik geen zin meer in. Ik wil mijn tijd liever besteden aan dingen die wel lukken.
Dus besloot ik dat de groentetuin kleiner wordt. We gaan het hek verplaatsen, waardoor een deel weer "wild" wordt. De groentes die het goed doen, zoals doperwten, bonen, pepers en pastinaken blijf ik zeker verbouwen. En de rest
komt gewoon uit de winkel, of van de markt. En wie weet, als ik ooit met pensioen ben en zeeën van tijd heb, ga ik er gewoon weer aan beginnen.